Gaatjes in het melkgebit
De tandarts zal meestal voorkomen dat een gaatje in het melkgebit groter wordt. Dat kan hij doen door de cariës te verwijderen (boren) en de kies te vullen. Soms is het gaatje zo klein dat de aantasting niet verder gaat als je zelf het gebit goed verzorgt. In dat geval kan hij van boren en vullen afzien. Je krijgt dan een passend advies over voeding en poetsen. Als een tand of een kies snel gaat wisselen, doet de tandarts doorgaans niets. Soms is de schade aan de tand of kies zo groot dat herstel niet meer mogelijk is. Dan is verwijdering van de tand of kies meestal de beste oplossing.
Het is om verschillende redenen belangrijk dat een gaatje (cariës) in een melkkies of -tand niet groter wordt:
- Een gaatje kan leiden tot pijn en ontstekingen
- De melkkies moet nog een tijd functioneren om ruimte vrij te houden voor de kies van het blijvend gebit
- Een ontsteking in het melkgebit kan het blijvend gebit aantasten
Sealen
Zowel melkkiezen als blijvende kiezen hebben veel groefjes op het kauwvlak. Daarin ontstaat gemakkelijk tandplak. Niet regelmatig verwijderde tandplak kan gaatjes veroorzaken. Goed poetsen dus! Om het kauwvlak goed te beschermen, kan de tandarts een laagje ‘kunsthars’ (sealant) aanbrengen. Dit heet ‘sealen’. Diepe groeven kan hij door het sealen afdichten. Alleen de blijvende kiezen komen normaal gesproken in aanmerking om te sealen. Dit gebeurt meestal kort nadat de blijvende kiezen helemaal zijn doorgebroken. De tandarts zal alleen sealen als hij verwacht dat er gaatjes in de groefjes ontstaan. Ook gesealde kiezen moeten goed worden gepoetst.
Meer informatie over sealen? Klik hier.
Extra fluoride
Als er in korte tijd gaatjes dreigen te ontstaan, kan de tandarts een fluoridebehandeling geven. Hij brengt dan extra fluoride aan met een vloeistof of gel in een lepel. Of de tandarts raadt een extra poetsmoment aan om de kans op gaatjes te verkleinen. Ook adviseert hij wel eens te spoelen met fluoridevloeistof. Vaak adviseert hij om na het poetsen de tandpasta uit te spugen en niet na te spoelen met water. Daardoor wordt de beschermende werking van fluoride verlengd. Tandplakverwijdering blijft echter de basis van de gebitsverzorging.
Meer informatie over extra fluoride? Klikhier.
Kaaskiezen
Kaaskiezen zijn kiezen met plekken waarvan het glazuur minder hard is. Deze plekken zijn herkenbaar aan de geelbruine verkleuringen. Meestal treden ze op bij de eerste grote kiezen (zie foto’s). De afwijking kan zich beperken tot enkele plekjes, maar ook kan een heel vlak worden aangetast. In kaaskiezen ontstaan vaak gaatjes. Ook kunnen ze snel afbrokkelen door slijtage. Ze zijn vaak gevoelig voor koud en warm en ook zoetigheid doet vaak zeer. Kinderen met kaaskiezen vermijden daarom wel vaker zoetigheden. Denk je dat je kind last heeft van kaaskiezen? Neem dan contact op met je tandarts.