Uw nieuwe kunstgebit zit waarschijnlijk niet meteen lekker. Het is nieuw en vooral anders. En daaraan moet u beslist wennen. Vooral in het begin zult u wat problemen ondervinden. Uw tandarts of tandprotheticus* zal u in de lastige beginperiode goed begeleiden, zodat u zo snel mogelijk aan uw nieuwe tanden en kiezen zult wennen. Ga voor de nacontrole en periodieke controle terug naar uw behandelaar.
* Wij spreken hier kortweg over behandelaar.
NB. Dit kan een tandarts zijn of een tandprotheticus. Een tandprotheticus is een tandtechnicus die gespecialiseerd is in het maken van kunstgebitten.
Uiterlijk
Vooral als u in de spiegel kijkt, zult u erg moeten wennen. Uw bovenlip kan wat ‘voller’ zijn en uw gezicht wat minder ingevallen. Uw mond is nu eenmaal een belangrijke blikvanger. Uzelf en mensen uit uw omgeving zullen even aan uw nieuwe verschijning moeten wennen.
Eten
Eten met uw nieuwe kunstgebit is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan doen. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Neem de eerste dagen zacht voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer later kunt u voedsel eten zoals vlees of een appel. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met de kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er iets meer tijd voor dan dat u gewend was.
Praten
Met uw nieuwe kunstgebit praat u in het begin wat onwennig. U slist bijvoorbeeld. Of bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Het is alsof u met een volle mond praat. Dit is normaal. Uw mond moet nog wennen aan uw nieuwe kunstgebit. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.