Tanden en kiezen kunnen verkleuren door veranderingen aan het tand- of kiesoppervlak (uitwendige verkleuringen) en verkleuringen in het tandbeen en glazuur (inwendige verkleuringen).
Hoe ontstaan uitwendige verkleuringen?
Uitwendige verkleuringen ontstaan doordat kleurstoffen uit voedings- en genotmiddelen in de tandplak (het wit-gelige laagje op tanden en kiezen) dringen. Dit gebeurt onder andere door het drinken van koffie, thee en rode wijn. Ook roken is een oorzaak van verkleuringen.
Hoe ontstaan inwendige verkleuringen?
Inwendige verkleuringen ontstaan door:
1. Een val of een harde klap op de tand. Uw tand kan geel, grijs of blauw verkleuren. Dat wordt een ‘dode’ tand genoemd. Het afsterven van uw tandzenuw veroorzaakt de verkleuring. Als tand geleidelijk geel verkleurt, is dat een teken dat de tandzenuw zich terugtrekt. Deze verkleuringen kan de tandarts meestal verhelpen.
2. Het verouderingsproces. Uw glazuurlaag wordt dunner en de laag tandbeen dikker. Er komen barsten in het dunnere glazuur. Daardoor dringen kleurstoffen uit voedings- en genotmiddelen makkelijker in de tand door. Meestal kan de tandarts deze verkleuring behandelen.
3. Een grijze of zwarte vulling in uw tand of kies. Hierdoor heeft deze een andere kleur dan uw overige tanden en kiezen. Een grijze amalgaamvulling kunt u laten vervangen door een witte (kunststof) vulling.
4. Ontwikkelingsstoornissen in het allereerste begin van een tand (tandkiem) of het gebruik van geneesmiddelen op jonge leeftijd. Deze verkleuringen zijn vaak bandvormig of vlekachtig. De tandarts kan dergelijke verkleuringen wegslijpen en herstellen met een tandkleurig vulmateriaal.